Woningen

Bebouwing in het Hof van Waelsicht is afgestemd op de omgeving en vormt een samenhangend ensemble. De gebruikte materialen en toegepaste vormen passen bij de twee soorten woningen: langs de dijk en bij de oever. Door de manier waarop de woningen zijn geplaatst worden zowel het dijklint, als ook de oeverzone versterkt. Wilt u meer weten over de achtergrond van het plan en hoe de woningen hun identiteit ontlenen aan deze mooie streek, bekijk dan het beeldkwaliteitsplan (pdf).

Architecten DAVL Studio, de ontwerpers van het beeldkwaliteitsplan voor Hof van Waelsicht, kunnen u meer vertellen over de mogelijkheden voor ieder kavel.


Dijkwoningen

Dijkwoningen verwijzen naar de traditionele dijkwoningen. Ze zijn individueel en bestaan uit heldere volumes. De woningen bestaan uit één laag plus kap. De kap is een zadeldak. De richting van de kap volgt de dijk.

De woning mag bestaan uit twee volumes. Het tweede volume heeft ook een zadeldak dat de richting van de dijk volgt. Omdat een dijkwoning op de dijk is gericht, heeft zij een voordeur aan de dijkzijde of aan de zijkant van het gebouw. Er mogen dakkapellen worden geplaatst. Deze ogen als toevoeging op het volume en domineren het niet. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de vigerende bouwregels, zoals gebruikelijk opgenomen in de bestaande regelingen in Ridderkerk. Aanvullend hierop wordt bepaald dat de dakkapel losstaat van de nok en goot, zodat deze zichtbaar blijven, met minimaal 0,5 m tussenruimte (horizontaal gemeten). De dakkapellen blijven ook los van de zijgevel.

Aan de achterkant van de woning mogen volumes worden gemaakt als dakopbouw. Deze domineert niet. Hiervoor gelden dezelfde regels als dakkapellen, behalve dat deze volumes niet los hoeven te staan van de goot. Een dakopbouw steekt maximaal 0,5 m in of uit de woning. Schoorstenen zijn toevoegingendiezichtbaarmogenzijn in de kopgevels.

De woningen verwijzen naar traditionele bebouwing langs de dijk, maar worden wel modern uitgevoerd. Dit houdt in:

De dijkwoningen vormen een visuele familie, dus het materiaal- en kleurgebruik wordt op elkaar afgestemd. Er wordt rekening gehouden met het bestaande pand, zodat zij niet in concurrentie met elkaar gaan.


Oeverwoningen

Woningen worden vormgegeven als robuuste, moderne oeverschuren, die bestaan uit heldere volumes. Ze bestaan uit één laag plus een zadeldak. Een kelder is toegestaan. Bijgebouwen zijn niet toegestaan.

Dakkapellen zijn niet toegestaan, maar er mogen wel volumes in de woning geplaatst worden als dakopbouw. De woning moet herkenbaar blijven als schuur, dus deze volumes mogen slechts aan één kant worden geplaatst. De volumes zijn maximaal 3 meter breed, beslaan niet meer dan 40% van de totale gootlengte van de woning en steken niet meer dan 0,5 m uit de woning. Er is minstens 1 m ruimte tussen de volumes. Er kan een ‘hap’ worden genomen uit het volume. Maximale lengte- en breedtematen blijven gehandhaafd.

De entree van de woning kan aan de kop of in de zijgevel worden geplaatst. Schoorstenen zijn toevoegingen, ze steken uit het dakvlak en maken geen deel uit van de kopgevels.

De woningen hebben geen of een onzichtbare dakgoot. Daken mogen alleen op de kopgevels oversteken, maximaal 2 meter.

Het dak wordt op de zijgevel ‘omgezet’. Dat betekent dat het dakmateriaal overgaat in de gevel. Het moet minimaal 25% van de gevelhoogte beslaan. Een woning mag uit één materiaal voor de gevel en het dak bestaan. Er worden geen ornamenten toegepast.

Schuren worden licht gebouwd, dus voor de woningen zijn vooral lichte materialen toegestaan:

Deze materialen mogen in de gevel en in het dakvlak worden gebruikt. De woning mag in één materiaal worden uitgevoerd.